Verwarmingsketel op stukhout

Stukhout wordt verbrand in moderne houtvergassers. Dit zijn computer gestuurde ketels. De verbranding gebeurt in 2 fasen:

  • Primaire verbranding: het hout wordt in deze vlam omgezet tot gas (veel methaan). Dit gas gaat naar onder in de ketel.
  • Secundaire verbranding: aan het gas wordt extra verbrandings lucht toegevoegd. Het gas verbrandt dan volledig. Er worden hoge temperaturen bereikt.

Omdat de vlam naar onder gaat en omwille van de secundaire verbranding kan de bovenruimte volledig met hout gevuld worden. De capaciteit van de verbranding wordt bepaald door de hoeveelheid primaire verbrandingslucht en het is eenvoudig om deze in te stellen. Met behulp van de secundaire lucht worden de gassen volledig opgebrand.

De computer meet de temperatuur van de ketel, de temperatuur van de rookgassen en eventueel ook de resterende hoeveelheid zuurstof in de rookgassen. Aan de hand van deze parameters wordt de ketel volledig geregeld, zowel de kwaliteit van de verbranding als de regeling van de capaciteit door middel van onder andere toerentalgeregelde ventilator en eventueel ook automatisch gestuurde regelkleppen.

De warmte van de verbrandingsgassen wordt in een buiswarmtewisselaar overgedragen aan het water. Deze warmtewisselaar is gemakkelijk te reinigen. Eventueel worden er turbulatoren ingebouwd om het rendement te verhogen.

Normaal gangbare capaciteiten: van 15 kW tot 100 kW. Stukhout ketels van 1000 kW bestaan ook. Belangrijk is hoeveel hout in de ketel kan: van 100 liter tot 500 liter. Rendement 85%-90%. Op volle capaciteit is de ketel op 4 tot 5 uur leeg gebrand en stopt dan automatisch. De ketel moet manueel gevuld worden.

Bij voorkeur wordt een groot buffervat of een grote boiler aangesloten.

Gangbaar zijn ketels tot 100 kW. Daarmee kan men gebouwen tot 200 m2 verwarmen.

Verschillende vermogens zijn mogelijk : 25 kW, 40 kW, 60 kW, 80 kW, 100 kW

Stuklengte van het hout tot 1,25 meter.