Houtverbrandingsketel met buffervat
De verbranding in de ketel gebeurt volgens twee principes: Het hout wordt vergast en dat gas wordt nadien verbrand. Een zuivere verbranding zonder rook is daarvan het gevolg. Na de vergassing van het hout met primaire verbrandingslucht worden die gassen onderaan in de naverbrandingsruimte geleid. Daar wordt extra lucht toegevoerd: de gassen gaan verbranden, en dit bij een zeer hoge temperatuur: de verbranding is dan volledig, en er is absoluut geen rookvorming wegens de volledigheid van de verbranding.
De verbrandingsgassen worden over een warmtewisselaar geleid en maken zo het water heet. Omdat de verbranding langs onder gebeurt, kan men veel hout stapelen in de ketel, want die wordt enkel langs onder verbrand.
Capaciteit van een houtketel
In het kleinste model ca 100 liter : dus 1 kruiwagen. In het grootste model ca 500 liter: men kan dus 5 kruiwagens hout in 1 keer in deze ketel steken. Naargelang de gevraagde capaciteit brandt de ketel tussen 5 uur en 15 uur met deze houtvoorraad.
Het is heel sterk aan te raden om ook een buffervat te installeren voor de opslag van de warmte. Voor een ketel van 15 kW, een buffervat van 800 liter, voor een ketel van 25 kW is een buffervat van 1000 liter nodig De houtketel gaat nu met 100 % capaciteit branden tot het water in het buffervat 85°C bereikt heeft. Vanaf dan mag de ketel stoppen met branden, want nu heeft men heel veel warmte opgeslagen in het buffervat.
De warmtekringen nemen nu hun warmte niet meer rechtstreeks af van de ketel , maar van het buffervat. En dat is voldoende om uw huis 24 uur of langer (naargelang het seizoen) warm te houden, zonder dat de ketel brandt. De combinatie van de houtketel met buffervat zorgt voor veel comfort, de ketel moet niet continu branden. Eenmaal in de week moet de asseschuif leeggemaakt worden. Dit hangt af van de kwaliteit van het hout.